Assumption is the mother of all fuckup…

Als wingman belandde ik op een verjaardag van een passionele onderneemster. Ze geeft bedrijfstrainingen, zolang het maar met plezier is. Ik kreeg een rondleiding in haar fantastisch mooie kantoor. Waarschijnlijk heeft ze zelf niet eens door hoe fantastisch haar kantoor is. Als ondernemer leef je in de toekomst. Het meesterlijke stukje tekst van Bilderdijk doet hier altijd recht. “In het verleden ligt het heden. In het nu wat worden zal.” Zeker op verjaardagen. Dan moet de vergankelijkheid getrotseerd worden door het vieren van het leven. Op het bankje voor het kantoor vierde ik het leven met de bovenbuurvrouw, die kwam aanfietsen. Ze werd geïntroduceerd als Schipper. Al snel werd duidelijk dat ik met een kunstenares van doen had. Als oude ziel voel ik me erg op me gemak bij mensen op leeftijd. Oppervlakkig was ons gesprek geenszins. Zinvol werd ons gesprek echter pas toen een jongedame zich wilde mengen in het gesprek.

Ondanks onze zeer gesloten lichaamshouding, arrogante bejegening en de buitengewoon onvriendelijk en zeer korte antwoorden van de kunstenares volhardde de jongedame. Haar licht hese stem verraadde dat we te maken hadden met een corpsmeisje. Toch wilde ik haar niet in dit studentikoze hokje plaatsen. Ze moest en zou het gesprek met ons aangaan. “Ik kom even tussen jullie in zitten met mijn dikke kont.” Je kunt jezelf hebben geanalyseerd. Je kunt jezelf hebben leren accepteren. Je kunt vrede hebben gesloten met het duiveltje op je schouder. Maar jezelf in alle facetten uitdragen. Dat is karakter. Twee levenskunstenaars werd de mond gesnoerd. Door de dikke kont. We werden getrakteerd op een levenscollege nederigheid. De dikke kont had twee jaar eerder gedwongen afscheid moeten nemen van naïviteit en onverschilligheid. Baarmoederhalskanker. Vrouwe Fortuna was haar echter gunstig gezind. Genezen. Vruchtbaarheid behouden. Haar prinsesje was hiervan het bewijs.

We waren inmiddels zo erg in ons gesprek opgegaan dat we de laatste shiners waren op dit verjaardagsfeestje. Het bankje was ons domein. Hangjeugd in de grachtengordel. De passionele onderneemster had ons nog geïnstrueerd terwijl ze wegfietste: “Neem ruim, maar sluit wel af, gooi de deur dicht als jullie weggaan.” Ik ben een gezegend mens dat ik het levenspad heb mogen kruisen met zoveel Sales Angels in mijn salesteam. Surrogaat zusjes. Hoewel ik het verstand aan mijn zijde had, wist ik dat ik de dikke kont, die naar Buitenveldert moest, nooit of te nimmer op andere gedachten zou kunnen worden gebracht. Ze wilde fietsen. Het is de Wet der Mooie Vrouwen. In de natuurkunde zul je deze niet tegenkomen, maar de relativiteitstheorie, zwaartekracht en zelfs de logica moeten hierin hun meerdere erkennen. Voor de vorm deed ik net of ik een Uber voor haar wilde bestellen. Ze keek me kort doch zeer streng aan. Ik glimlachte berustend in de Wet der Mooie Vrouwen. De kunstenares wilde geen thee met me drinken. “Ik ben geen oude vrijster.” Tevreden stak ik een sigaret op en nam een slok van mijn wijn. Tien minuten later arriveerde mijn Uber.