NS Biggentransport

Nog snel steek ik een sigaret op voordat mijn trein arriveert. Als een school sardientjes staat iedereen te dringen om als eerste het treinblik in te mogen. Ik neem nog een slok van de koffiedrab die ze mij verkocht hebben als espresso. De beker heeft de sadistische opdruk ‘lekker genieten.’ Er staan veel figuren op het station die volgens mij hun hele basisschoolcarrière als laatste werden gekozen bij het verdelen der trefbalteams. Dit jeugdtrauma lijken ze te willen vergeten door zo ver mogelijk vooraan te gaan staan op het perron, zodat ze als eerste een staanplaats kunnen bemachtigen. Het is elf graden, zo valt te lezen op een display, dat pronkt aan een aftandse loods aan de overzijde van het station. Elf. Het gekkengetal! Toeval bestaat niet.

Ondertussen biedt de ‘NS-stem’ haar excuses aan voor de smoes dat er door uitgelopen werkzaamheden een kleiner treinstel op het station zal arriveren. Wat een ellende! Waarom moet uitgerekend ik ingeklemd staan tussen een puistenkop die aan het genieten is van zijn bammetje met salami en een haast mythologisch vrouwwezen met varkensneus. Als er door de deeltjesversneller in Geneve zwarte gaten ontstaan, dan moet het ongetwijfeld gaan om de neusgaten van dit uniek lelijke vrouwwezen.  Om even aan deze bittere realiteit te ontsnappen, zet ik mijn IPod aan. “Het is altijd lente in de ogen van de tandartsassistente.” Dit alleraardigste nummer doet mij helaas denken aan mijn eigen tandartsassistente. Die reist nooit met de trein, omdat zij de voorkeur geeft aan het reizen per bezemsteel. Het lijkt erop dat dit een enorme kutdag gaat worden!

Om de fijne sfeer in de cabine naar een nog grotere hoogte te doen laten stijgen, besluit een op promotie beluste conducteur de vervoersbewijzen te controleren. Dat hij snel stikt in een bakje ‘lekker-genieten-koffie!’ De beste man moet doet natuurlijk gewoon zijn werk, maar doe eens rap normaal als het zo druk is in de trein dat de situatie meer lijkt op een transport gecastreerde biggen naar louche noord Italiaanse slagers dan het vrolijke beeld van treinreizen dat de NS schept in haar misselijkmakende reclamecampagne. In het echt zie ik in ieder geval geen mensen lachend in- of uitchecken met hun OV-chipkaart. De conducteur kan zich in deze drukte beter bezighouden met het zich eigen maken van de door studenten journalistiek overtikte ANP-berichten van de Metro. Er staat godverdomme toch niet voor niets “lekker lezen doe je in de trein” op dit kleine treinstel?

Gelukkig verlaat de varkensvrouw eerder dan ik het treinstel. Ook de salamidampen van de puistenkop zijn weg. Van de door zijn moeder gesmeerde boterham met vruchtenhagel komt gelukkig niet zo’n rotte putlucht.

“Goedemorgen meneer, kan ik u een heerlijk kopje koffie aanbieden,” vraagt een kereltje met een soort combinatie van een Kiplingtas en backpack op zijn rug.

Ik negeer hem.

Ik zie dat de rugzak een rits met ‘heerlijk-genieten-bekertjes’ herbergt. Uit de rugzak komt een slangetje. Wat bezielt iemand om voor een paar euro per uur jezelf te verlagen door het verkopen van oploskoffie? Het moet ongetwijfeld een complot zijn. De Kiosk, de conducteur, de varkensmevrouw, de salamipuistenkop en deze freak! Ze hebben allen tot doel het treinreizen zo onaangenaam mogelijk te maken. Of word ik nu een beetje paranoïde?